Eik (Quercus) is een geslacht van loofbomen.
Tot dit geslacht behoren zowel bladverliezende als altijd groenblijvende bomen. Wanneer in...
Eik (Quercus) is een geslacht van loofbomen.
Tot dit geslacht behoren zowel bladverliezende als altijd groenblijvende bomen. Wanneer in het Nederlands over de eik gesproken wordt, gaat het meestal over de zomereik. Eikenhout wordt voor verschillende doeleinden gebruikt. In het algemeen is eikenhout sterk en hard, maar toch redelijk makkelijk te bewerken en af te werken.
De eik is voor het voortbestaan vooral afhankelijk van de gaai en van de eekhoorn. Een eikel valt niet ver van de boom en kan onder het bladerdak van de boom niet uitgroeien. Hij is dus aangewezen op dieren om de eikel verder van de boom te verplaatsen. Eekhoorns begraven voorraden eikels voor de winter. Als een eekhoorn omkomt of de voorraad niet of onvolledig aanspreekt of vergeet, is dat een ideale plaats voor de eikels om te ontkiemen.
Meubilair heeft betrekking op beweegbare voorwerpen die bestemd zijn voor verschillende menselijke activiteiten zoals zitplaatsen (bv. stoelen). stoelen, krukken en banken, eettafels, tafels en slaapgelegenheden (bv. bedden). Meubilair wordt ook gebruikt om voorwerpen op een geschikte werkhoogte te houden (als horizontale vlakken boven de grond, zoals tafels en bureaus) of om spullen op te bergen (bijv. kasten en legplanken). Meubilair kan een product van design zijn en wordt beschouwd als een vorm van decoratieve kunst. Naast de functionele rol van meubilair kan het een symbolisch of religieus doel dienen. Het kan worden gemaakt van vele materialen, waaronder metaal, plastic en hout. Meubilair kan worden gemaakt met behulp van een verscheidenheid aan houtbewerkingsvoegen die vaak de lokale cultuur weerspiegelen.
Mensen gebruiken al sinds het begin van de menselijke beschaving natuurlijke objecten, zoals boomstronken, rotsen en mos, als meubilair. Archeologisch onderzoek toont aan dat vanaf ongeveer 30.000 jaar geleden mensen begonnen zijn met het bouwen en snijden van eigen meubilair, gebruikmakend van hout, steen en dierlijke botten. Vroeg meubilair uit deze periode is bekend van kunstwerk zoals een Venus beeldje gevonden in Rusland, dat de godin verbeeldt op een troon. Het eerste overgebleven meubilair bevindt zich in de huizen van Skara Brae in Schotland en bestaat uit kasten, dressoirs en bedden die allemaal uit steen zijn opgebouwd. Complexe bouwtechnieken zoals timmerwerk begonnen in de vroege dynastieke periode van het oude Egypte. Dit tijdperk zag geconstrueerde houten stukken hout, met inbegrip van krukken en tafels, soms versierd met waardevolle metalen of ivoor. De evolutie van het meubelontwerp zette zich voort in het oude Griekenland en Rome, met tronen als gemeengoed en de klinai, multifunctionele banken voor ontspanning, eten en slapen. Het meubilair uit de Middeleeuwen was meestal zwaar, eiken en versierd. Het meubelontwerp breidde uit tijdens de Italiaanse Renaissance van de veertiende en vijftiende eeuw. De zeventiende eeuw, zowel in Zuid- als Noord-Europa, werd gekenmerkt door weelderige, vaak vergulde barokke ontwerpen. De negentiende eeuw wordt meestal bepaald door heroplevingsstijlen. De eerste driekwart van de twintigste eeuw wordt vaak gezien als de mars naar het modernisme. Een unieke groei van postmodern meubeldesign is een terugkeer naar natuurlijke vormen en texturen.
Bronnen:
Wikipedia (NL) | Wikipedia (EN) (vertaald)