Een computer is een apparaat waarmee gegevens volgens formele procedures (algoritmen) kunnen worden verwerkt.
Meestal wordt met het woord computer een elektronisch, digitaal apparaat bedoeld, maar er bestaan ook mechanische en analoge computers. Daarnaast kan...
Een computer is een apparaat waarmee gegevens volgens formele procedures (algoritmen) kunnen worden verwerkt.
Meestal wordt met het woord computer een elektronisch, digitaal apparaat bedoeld, maar er bestaan ook mechanische en analoge computers. Daarnaast kan een computer in verschillende talstelsels zoals het decimale (tientallige) of binaire (tweetallige) stelsel werken. De huidige computers werken alle in het binaire stelsel.
De genoemde procedures liggen vast in een of meer programma's, software genoemd, die door de gebruiker gewisseld kunnen worden. Zijn de programma's niet verwisselbaar, dan spreekt men niet over een computer maar over een controller of processor.
Oorspronkelijk werd het Engelse woord computer gebruikt om iemand mee aan te duiden die gecompliceerde berekeningen uitvoerde, met of zonder mechanische hulpmiddelen – vergelijk ook de Duitse term voor computer: Rechner (rekenaar) en de Afrikaanse en niet-ingeburgerde Nederlandse term voor computer: rekenaar. Moderne computers worden voor veel meer gebruikt dan alleen wiskundige toepassingen. Ook veel administratieve en financiële taken worden aan de computer opgedragen, het Franse woord voor computer was eerst calculateur of rekenaar en evolueerde naar ordinateur, letterlijk iets wat ordent en regelmaat aanbrengt.
De wetenschap die tegelijk met de ontwikkeling van de computer is ontstaan, is de informatica.
Computers zijn in te delen in een aantal types. Zo zijn er supercomputers, grote computers (of mainframes), minicomputers, persoonlijke computers en spelcomputers. Dit lemma gaat hoofdzakelijk over de laatste twee types.
Sinds de grote opkomst van de computer worden zij ook gebruikt voor informatievoorziening (internet) en amusement. Bij de moderne productie worden computers geïmplementeerd om machines mee te besturen en om processen mee aan te sturen, bijvoorbeeld bij de assemblage van auto's door robots. Doorgaans wordt hiervoor een programmable logic controller gebruikt.
Door de verregaande miniaturisering en snelheidsvergroting is het steeds vaker mogelijk functionaliteit die voorheen in hardware werd aangebracht softwarematig te implementeren. Het grote voordeel van een dergelijke ontwikkeling is dat achteraf functionaliteit kan worden toegevoegd.
In 1980 introduceerde IBM zijn personal computer: de IBM-PC. Dit in navolging van eerdere initiatieven, zoals de Altair 8800, Tandy TRS-80, Apple II en Commodore PET-computers en de homecomputers. De IBM-compatible pc vormde echter uiteindelijk de standaard (met tegenwoordig als enige uitzondering de Mac), nadat vele fabrikanten de computer goedkoop kloonden en zodoende het ontwerp standaardiseerden. Inmiddels speelt de pc in het dagelijks leven van veel mensen een essentiële rol.
Een computer is een apparaat dat de instructie kan krijgen om automatisch willekeurige reeksen rekenkundige of logische bewerkingen uit te voeren. De mogelijkheid van computers om gegeneraliseerde sets van handelingen te volgen, programma's genoemd, stelt hen in staat om een zeer breed scala van taken uit te voeren.
Dergelijke computers worden gebruikt als besturingssystemen voor een zeer grote verscheidenheid aan industriële en consumentenapparaten. Dit omvat eenvoudige speciale apparaten zoals microgolfovens en afstandsbedieningen, fabrieksapparaten zoals industriële robots en computerondersteunde ontwerpen, maar ook in apparaten voor algemene doeleinden zoals pc's en mobiele apparaten zoals smartphones. Internet wordt op computers gebruikt en verbindt miljoenen andere computers met elkaar.
Sinds de oudheid helpen eenvoudige handmatige apparaten zoals de abacus mensen bij het maken van berekeningen. In het begin van de Industriële Revolutie werden enkele mechanische apparaten gebouwd om lange vervelende taken te automatiseren, zoals geleidingspatronen voor weefgetouwen. Meer geavanceerde elektrische machines deden gespecialiseerde analoge berekeningen in het begin van de 20e eeuw. De eerste digitale elektronische rekenmachines werden tijdens de Tweede Wereldoorlog ontwikkeld. De snelheid, kracht en veelzijdigheid van computers is sindsdien voortdurend en dramatisch toegenomen.
Normaal gesproken bestaat een moderne computer uit ten minste één verwerkingselement, doorgaans een centrale verwerkingseenheid (CPU), en een of andere vorm van geheugen. Het verwerkingselement voert rekenkundige en logische bewerkingen uit en een sequentie- en besturingseenheid kan de volgorde van de bewerkingen wijzigen in reactie op opgeslagen informatie. Tot de randapparatuur behoren invoerapparaten (toetsenborden, muizen, joystick, enz.), uitvoerapparaten (monitorschermen, printers, enz.) en invoer- en uitvoerapparaten die beide functies uitvoeren (bv. het touchscreen van de 2000era). Perifere apparaten maken het mogelijk om informatie van een externe bron op te halen en maken het mogelijk het resultaat van bewerkingen op te slaan en op te vragen.
.Bronnen:
Wikipedia (NL) | Wikipedia (EN) (vertaald)